Een longread voor museum Batavialand in Lelystad, 2021. Wie waren in de 19de eeuw de eerste bedenkers van ideeën en plannen om de Zuiderzee af te sluiten? Literatuur- en archiefonderzoek leveren verrassende gegevens op. Al in 1834 verzon een auteur van tijdschrift de Algemeene Konst- en Letterbode een afsluitdijk, tussen Enkhuizen en Stavoren. Een debat in de kranten in de jaren veertig, inspireerde lezers tot ideeën voor trajecten, waarvan er enkele ook zijn onderzocht, zoals een afsluitdijk tussen het eiland Wieringen en Stavoren.
Het onderzoek werpt nieuw licht op de ondernemers die halverwege de jaren veertig stukken van de Zuiderzee wilden indijken. Het ging vaak om fantastische plannen, zoals de indijking van Schokland, die ongeveer 40.000 hectare grond moest opleveren, waarmee het de grootste polder van Nederland zou worden. Van dit soort projecten kwam niets terecht, vooral omdat ze slecht waren onderbouwd. Niettemin hadden ze veel invloed op het debat in de kranten. De afsluiting van de Zuiderzee was vanaf 1847 niet langer een ‘hersenschimmig’ idee.
Aan het onderzoek werkte ook Jurjen Battjes mee, oud-hoogleraar vloeistofmechanica van de TU in Delft. Hij analyseerde de waterbouwkundige aspecten van het afsluitingsplan (1848) van Faddegon en Kloppenburg. Tevens is er aandacht voor het Zuiderzeeplan van Bernhard van Diggelen.
Voor het project werd subsidie verstrekt door het Steunfonds Freelance Journalisten.
De longread is gratis te downloaden op de website van museum Batavialand in Lelystad.